

Terug naar de bron
Tot ruim 48 meter onder de Kempense zandgrond stroomt een ondergronds waterbekken. Sinds 1938 gebruikt de familie Schelkens deze natuurlijke vergaarbak in Ranst als bron voor haar populaire Ordal-mineraalwaters.
De kans dat de naam Ordal een belletje doet rinkelen, is groot. Door zijn unieke samenstelling is dit mineraalwater niet alleen de populaire ‘hofleverancier’ van ziekenhuizen en woonzorgcentra, het wordt zelfs in veel Antwerpse administraties en het Vlaamse Parlement geschonken. Nochtans weten weinig Antwerpenaars dat het hier om authentiek mineraalwater gaat uit Ranst, waar op ongeveer 48 meter diepte een haast onuitputtelijk reservoir ligt. Bovendien is het de enige natuurlijke bron voor mineraalwater in onze provincie.
Op het eerste gezicht weinig spectaculair en zeker geen toeristische trekpleister, want dit is geen bron die uit een steile rotswand spuit, wel een ondergronds bekken waarbij het water uit de diepte wordt opgepompt. Een soort ondergrondse rivier die zelfs in dalende lijn doorloopt tot in de regio Turnhout en permanent aangevuld wordt met elke bui. Regen die zeker twintig
jaar nodig heeft om door te sijpelen door de lagen van de fijne Kempense zandgrond, zo op natuurlijke wijze gefilterd en gezuiverd wordt, en dan botst op een ondoordringbare kleilaag.
Daarmee is meteen een andere vraag beantwoord: wanneer droogt deze bron op? Het antwoord luidt: nooit, zolang België het kletsnatte, neerslagrijke land blijft waar we ‘s zomers zo vaak op vloeken. Het water dat vandaag wordt opgepompt, is al minimaal twintig jaar oud. In de fabriek wordt het uitsluitend ontdaan van ijzer, passeert het nog enkele filters, maar het
vereist verder geen enkele behandeling dan zijn botteling.
Voor de bruisende variant wordt nog wel CO² toegevoegd en voor de vruchtenlimonades uiteraard
ook nog vruchtenextract.